Blog
Op woensdag 5 november organiseert de minister van Justitie en Veiligheid een rondetafelgesprek over de veiligheid van vrouwen in de openbare ruimte. De aanleiding is schrijnend: de moord op Lisa heeft opnieuw pijnlijk duidelijk gemaakt dat vrouwen zich niet altijd veilig voelen op straat. De uitnodiging voor dit gesprek valt samen met de publicatie van het actuele GREVIO-rapport over Nederland. GREVIO ziet namens de Raad van Europa toe op de naleving van het Verdrag van Istanbul. Dat rapport is kritisch: er gebeurt veel, maar we zijn er nog lang niet.
Twee werelden van geweld
GREVIO maakt onderscheid tussen geweld in de publieke ruimte en geweld achter de voordeur. In de publieke sfeer gaat het onder meer om straatintimidatie en seksuele agressie. Achter de voordeur gaat het om huiselijk en eergerelateerd geweld. Je zou grofweg kunnen stellen dat veel geweld in het publieke domein wordt gepleegd door daders die onbekenden zijn van het slachtoffer en dat het in intieme sferen om bekende daders gaat. In Nederland wordt daarvoor ook de term ‘geweld in afhankelijkheidsrelaties’ gebruikt.
GREVIO is kritisch op die term. Die zou te neutraal zijn en verhullen dat vrouwen structureel vaker slachtoffer zijn. Maar juist in het begrip afhankelijkheid schuilt een kans: het maakt machtsverhoudingen zichtbaar. Afhankelijkheid is geen neutrale toestand, maar een relationele dynamiek waarin machtsverhoudingen zichtbaar worden. De term is juist een uitnodiging tot analyse en niet tot versluiering. GREVIO roept Nederland op om de sekse van slachtoffers én daders systematisch te registreren. Dat is een noodzakelijke stap, maar geen voldoende voorwaarde. Een echte genderanalyse vraagt om inzicht in machtsverhoudingen, sociale normen en intersectionele kwetsbaarheid. Dat gaat een stap verder dan het noteren van sekse. Het gaat immers om de vraag wie afhankelijk is van wie, en waarom. Alleen dan kunnen we patronen van geweld doorbreken. Ik vraag me oprecht af of zich dat alles in een woord laat vangen. Ik onderschrijf echter de noodzaak voor aandacht voor genderverhoudingen.
Slachtofferschap in perspectief
In de Emancipatiemonitor 2024 is een aantal vergelijkingen gemaakt tussen slachtofferschap van vrouwen én mannen waar het geweld en seksueel overschrijdend gedrag betreft. In dit rapport is ook geput uit andere belangrijke bronnen zoals de Veiligheidsmonitor en de Prevalentiemonitor Huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Ik geef hier letterlijk weer wat in dit rapport vermeld staat: zo blijkt dat in 2023 6,4 procent van de inwoners van Nederland (15 jaar of ouder) slachtoffer is geworden van een of meerdere geweldsdelicten. Het percentage verschilt niet tussen mannen en vrouwen. Onder geweldsdelicten vallen mishandeling, bedreiging en seksueel geweld. Concreet ging het om 496 duizend vrouwelijke en 470 duizend mannelijke slachtoffers.
De drie types geweldsdelicten vertonen wel verschillen tussen mannen en vrouwen in slachtofferpercentages. Zo zijn mannen meer dan vrouwen slachtoffer van bedreiging (5,4 procent bij mannen, 3,9 procent bij vrouwen) en mishandeling (1,4 procent tegen 0,9 procent). Het slachtofferpercentage van seksueel geweld ligt bij vrouwen dan weer 5 keer zo hoog als bij mannen (3,1 tegenover 0,6 procent). Mannen en vrouwen die slachtoffer van geweld werden, geven het meest aan dat dit geweld op straat plaatsvond (zie tabel B7.1.2). Vooral bij mannen is dit het geval (46 procent, en 32 procent bij vrouwen). Ook uitgaansgebied, het eigen huis en het werk worden door mannen en vrouwen relatief veel genoemd als de locatie waar het incident voorviel. In vergelijking met mannen werden vrouwen meer slachtoffer in een uitgaansgebied, op het werk of bij iemand anders thuis.
Mishandeling en bedreiging vinden voornamelijk plaats op straat, en dit bij mannen meer dan bij vrouwen. In vergelijking met mannen ondervinden vrouwen deze delicten relatief vaak thuis. Een ander verschil is dat vrouwen meer bedreigd worden op het werk en meer bij iemand anders thuis mishandeld worden. Mannen ervaren dan weer meer dan vrouwen bedreiging in een uitgaansgebied. Seksueel geweld vindt voornamelijk plaats in een uitgaansgebied, en dit zowel bij mannen als vrouwen. In de Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend gedrag geven vrouwen vaker dan mannen aan dat zij in de twaalf maanden voor het onderzoek slachtoffer zijn geweest van een of meerdere vormen van huiselijk geweld: 10 procent van de vrouwen en 8 procent van de mannen van 16 jaar of ouder. Het gaat daarbij om fysiek of seksueel geweld of dwingende controle in huiselijke kring, of om stalking door een ex-partner. Huiselijk geweld wordt het vaakst door een partner of ex-partner gepleegd.
Vrouwelijke werknemers melden vaker dan mannelijke werknemers dat ze op het werk te maken hebben met ongewenst gedrag. Het verschil is vooral groot bij ongewenste seksuele aandacht. Vrouwen hebben hier met 8 procent in 2023 ruim 4 keer zo vaak last van als mannen. Bovendien zijn meer vrouwelijke dan mannelijke werknemers slachtoffer van intimidatie (14 tegen 9 procent) en lichamelijk geweld (4 tegen 2 procent). Dit hangt ermee samen dat vrouwen vaker werken in beroepen met veel externe contacten, zoals verzorgenden, maatschappelijk werkers en artsen. Hoe zit het dan met de angst voor slachtofferschap? Vrouwen voelen zich minder vaak veilig dan mannen. Volgens de Veiligheidsmonitor gaf in 2021 van de bevolking van 15 jaar of ouder, 42 procent van de vrouwen en 24 procent van de mannen aan zich wel eens onveilig te voelen.
Hoewel mannen vaker slachtoffer zijn van moord of doodslag dan vrouwen, is de context waarin vrouwen worden omgebracht vaak indringender. In die zin, dat het fatale geweld zich in de persoonlijke context afspeelt. In 2024 werden in Nederland 76 mannen en 44 vrouwen vermoord. Bij vrouwen ging het in meer dan de helft van de gevallen om dodelijk geweld door een (ex-)partner. Bij mannen was de vermoedelijke dader vaker een kennis of betrof het een afrekening in het criminele circuit. Vrouwen werden meestal in hun eigen woning gedood. Bij mannen gebeurde dit vaker op straat.
Genderanalyse
Kortom, hoewel het totale percentage slachtoffers van geweldsdelicten in Nederland in 2023 gelijk is voor vrouwen en mannen (6,4 procent), laat een nadere uitsplitsing zien dat de aard van het geweld sterk verschilt. Mannen zijn vaker slachtoffer van mishandeling en bedreiging, terwijl vrouwen vijf keer vaker slachtoffer zijn van seksueel geweld. Ook de locatie van het geweld verschilt: mannen worden vaker op straat en in uitgaansgebieden geconfronteerd met geweld, terwijl vrouwen relatief vaker slachtoffer zijn in huiselijke kring, op het werk of bij iemand anders thuis. Deze verschillen wijzen op een genderpatroon in geweldservaringen: waar mannen vaker te maken krijgen met fysiek geweld in publieke settings, ervaren vrouwen vaker seksueel en relationeel geweld, vaak gepleegd door bekenden. Dat vraagt om een aanpak die niet alleen het aantal slachtoffers telt, maar ook de context en impact van het geweld erkent. Een genderanalyse dus.
Structurele patronen
Nu zullen critici zeggen, ‘is dit geen oud nieuws?’ Hoewel we nu in 2025 leven, zijn deze cijfers nog steeds relevant, ze geven een recente momentopname van structurele patronen. Bovendien zijn er geen nieuwere landelijke cijfers beschikbaar op dit moment. Wel is het belangrijk om te beseffen dat maatschappelijke ontwikkelingen (zoals de moord op Lisa, publieke debatten over pepperspray) de beleving van veiligheid kunnen beïnvloeden, ook zonder dat dit direct in cijfers zichtbaar is. Uit recent onderzoek van EenVandaag onder bijna 2.000 vrouwen onder de 35 jaar blijkt dat 75 procent van hen het afgelopen jaar seksueel werd geïntimideerd in het openbaar. Sinds een jaar is dat strafbaar, maar slechts 4 procent van de slachtoffers deed aangifte .
Pepperspray en gendernormen
Na de moord op Lisa klinkt de roep om pepperspray. Minister Van Weel onderzoekt of het middel legaal beschikbaar kan worden gesteld voor vrouwen. Het middel kan een aanvaller direct uitschakelen zonder blijvend letsel, het kan bijdragen aan een gevoel van veiligheid.
| Hoe gaan andere landen met pepperspray om? In landen als Duitsland en Oostenrijk is het middel al legaal voor burgers, zonder dat dat gepaard lijkt te gaan met excessen. In die landen mag het middel verkocht worden als dierenafweerspray. België staat het bezit onder voorwaarden toe. Maar er wordt ook gewaarschuwd: belagers kunnen zelf pepperspray gebruiken om een slachtoffer uit te schakelen. Criminelen gebruiken het middel soms bij straatroof of overvallen in woningen. In Denemarken werd het middel vanwege dit soort illegaal gebruik na twee jaar alweer afgeschaft. |
Goedbeschouwd is pepperspray geen antwoord op de onderliggende gendernormen die het ontstaan van geweld in de kaart spelen. Het vergroot misschien het gevoel van controle, maar verandert niets aan de oorzaak. Zoals GREVIO stelt: veiligheid vraagt om structurele en culturele verandering. Ik vraag me af of het toestaan van middelen zoals pepperspray daaraan bijdragen. Ook gezien het gegeven dat vrouwen ook veel met geweld achter de voordeur te maken hebben.
Nu behelst zelfverdediging uiteraard meer dan de inzet van wapens. Er zijn ook tal van trainingen waarin vrouwen leren hoe ze hun lichaam, stem en houding kunnen inzetten om grenzen te stellen en zich te verdedigen. De nadruk ligt op mentale paraatheid, situatiebewustzijn en assertiviteit: vaardigheden die helpen om risico’s vroeg te herkennen en escalatie te voorkomen. Fysieke technieken zoals het loskomen uit een greep, het raken van kwetsbare plekken of het gebruik van alledaagse voorwerpen (zoals een paraplu of tas) kunnen waardevol zijn, mits geoefend. Hoewel ik geen expert in dezen ben, kan ik me voorstellen dat dergelijke cursussen bij kunnen dragen aan het versterken van zelfvertrouwen en de weerbaarheid van vrouwen.
Een uitnodiging tot verandering
De uitnodiging voor het rondetafelgesprek op 5 november, is een kans. Niet alleen om ervaringen te delen, maar om het gesprek te voeren over wat veiligheid werkelijk betekent. Veiligheid is geen individuele verantwoordelijkheid, maar een collectieve opdracht. Pepperspray mag dan een symptoom bestrijden, maar het verandert niets aan de oorzaak. Op 5 november spreken we met name over veiligheid in het publieke domein, maar we mogen het geweld achter de voordeur niet vergeten. Juist daar vindt veel gendergerelateerd geweld plaats, vaak door (ex-)partners. GREVIO benadrukt in het recente rapport, dat veiligheid voor vrouwen niet alleen vraagt om bewustwording, maar ook om politieke wil, goede coördinatie en structurele investeringen. Zonder voldoende middelen en samenhang in beleid, blijft bescherming fragmentarisch en kwetsbaar. Laten we dus verder kijken. Naar patronen, naar structuren, naar machtsverhoudingen. En laten we erkennen dat veiligheid voor vrouwen vraagt om meer dan wapens, het vraagt om rechtvaardigheid en (politieke) erkenning om te komen tot de o zo noodzakelijke verandering. <<
Kijknietweg.nl
08 november 2025
Vuurwerk: ouders kijk niet weg. Rond de jaarwisseling zijn vorig jaar 113 jongeren naar halt gestuurd voor het bezit of het afsteken van illegaal vuurwerk. Veel van dat vuurwerk kwam uit Duitsland, zonder Nederlands keurmerk en zonder gebruiksaanwijzing.
Een ritje over de grens lijkt onschuldig, maar het kan grote gevolgen hebben. Niet alleen voor de veiligheid van je kind maar ook voor anderen. Volgens Halt is een groot deel van het vuurwerk in Duitsland gekocht. Supermarkten zoals Lidl, Aldi en Rewe opende daar al om zes uur s'ochtens om vuurwerk te verkopen. Omdat deze producten geen Nederlandse gebruiksaanwijzing of keurmerk hebben, is het afsteken ervan in Nederland niet toegestaan. Desondanks reden veel ouders naar onze oosterburen om winkelwagens vol vuurwerk in te slaan.
Illegaal vuurwerk is verboden, koop alleen vuurwerk met Nederlands keurmerk, praat thuis over de risico's.
‘Agressie door klanten in winkels zijn geen incidenten’
6 oktober 2025
“Het begon met scheldwoorden. Het eindigde met een gebroken kaak.” Dit vertelt Patrick van den Brink, directeur van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV), bij de opening van de Week van de Veiligheid. “Dit zijn geen incidenten. Dit zijn verhalen die onze adviseurs in de tien regio’s van het Platform Veilig Ondernemen wekelijks horen”, zei hij vanmorgen in Bar Beton in Den Haag. ‘Agressie en Geweld tegen Ondernemers en Medewerkers’ is dit jaar het thema van de Week van de Veiligheid.
Mkb-ondernemers worden steeds vaker geconfronteerd met vormen van criminaliteit, zoals cybercrime, winkeldiefstal maar ook agressie en geweld. Dat raakt hen; soms in hun portemonnee, maar ook in hun plezier in ondernemen en het gevoel van veiligheid. En het gaat verder dan alleen de ondernemer. Medewerkers achter de bar, in de winkel of op locatie zijn vaak degene die het incasseren.

Veiligheid is gezamenlijke opgave
Het Platform Veilig Ondernemen dat onderdeel is van het CCV vindt dat agressie en geweld niet alleen een probleem is van de ondernemer. Van den Brink: “Veiligheid is geen individuele verantwoordelijkheid, maar een gezamenlijke opgave. En samenwerken is volgens ons een randvoorwaarde om écht impact te maken en te zorgen voor een veiliger ondernemersklimaat.”
Op landelijk niveau werkt PVO samen met verschillende partners en wisselt kennis uit, en op regionaal (in de tien regio’s) bundelen de PVO’s krachten met private en publieke partners en staan in direct contact met de ondernemer om hen te helpen.
We weten wat ondernemers kunnen doen om zich beter te beschermen.” – CCV-directeur Patrick van den Brink
PVO ziet hoe criminaliteit ondernemers en hun medewerkers raakt. “Ook weten we wat ondernemers kunnen doen om zich beter te beschermen, specifiek binnen een branche én – omdat we regionaal georganiseerd zijn – specifiek binnen een regio”, aldus de CCV-directeur.
Die kennis bouwt PVO volgens hem op door contacten en uitwisseling met private en publieke partners en door te praten met ondernemers zelf. Voor de ondernemers maakt het platform concrete producten en diensten die ze zelf kunnen inzetten.

Gratis trainingen voor ondernemers
Tijdens deze week organiseert PVO door heel het land gratis trainingen en bijeenkomsten voor ondernemers en partners, gericht op het voorkomen van agressie en geweld. Meer dan 40 activiteiten in totaal.
En een aantal van deze activiteiten organiseert PVO in samenwerking met een branchepartij. Zoals bijvoorbeeld de trainingen agressie en geweld die de PVO’s Zeeland West-Brabant en PVO Oost-Brabant organiseren in samenwerking met Koninklijke Horeca Nederland.
Maar ook de bijeenkomst voor retailers, die PVO Amsterdam-Amstelland organiseert samen met de gemeente Uithoorn. Hierbij leren ondernemers hoe ze voorkomen dat een winkeldiefstal escaleert en agressie en geweld voorkomen.
Ook werkt PVO al samen met publieke partijen zoals de politie. Een mooi voorbeeld van zo’n samenwerking die in de Week van de Veiligheid plaatsvindt, is de training agressie en geweld, die PVO Regio Rotterdam samen met het basisteam Feijenoord organiseert.
